over de heuvel buiten de muren
kolken zwarte rafels
voor een bloedrode zon
in de stilte de doodsangst,
‘t kermen, van de gebrokene,
de van God en mens verlatene
zijn kreten bereiken de hemel,
doen spotters laaghartig lachen
en raken de Moeder in het hart
het zachte snikken van haar
die hem eens koesterde in de stal
klinkt door tot in onze jaren
in alle Moeders die machteloos
het kind dat ze eens wiegden
verloren aan deze wrede wereld
henk posthouwer