Grote kans dat uw kinderen of kleinkinderen niet meer weten wat dat betekent: verongelijkt. Maar even zo groot is de kans dat ze vaak wel zó kijken: alsof hun groot onrecht is aangedaan! Meent u dat nou echt, dat ze nu al naar bed moeten, dat ze niet zo laat thuis mogen komen van dat feest, dat ze de IPad weg moeten leggen…. Hun klasgenoten worden door hun ouders veel vrijer gelaten. Ach, u prikt daar wel door heen. En als u in de lach schiet, lachen zij misschien wel mee…
Bij volwassenen kan dat moeilijker liggen. Ik las in het Spreukenboek: ‘een verongelijkte broer is ontoegankelijker dan een vesting’. Ik zag het meteen voor me: zo’n middeleeuwse burcht, gracht eromheen, de brug is opgetrokken, de poort is dicht. Daar kom je maar niet zo in! Prachtig beeld voor een trieste situatie. Die ander is iets in het verkeerde keelgat geschoten. Hij is beledigd. Zij op haar tenen getrapt. Hoe kon men dat nou zeggen. Hoe kan men dat nou doen? Volgens mij is dat ieder van ons wel eens overkomen. Weet je wat, denken we dan, laat ook maar. We maken er geen probleem van. Maar ons zie je daar niet meer. Het is wel goed zo.
Nee, dat is het niet, maar de muren zijn opgetrokken. Het deed pijn en pijn vermijden we liever. Waarom het pijn deed, willen we eigenlijk niet weten. Ook al zijn het anderen die ons pijn deden, vaak is er iets in onszelf waardoor we pijn voelden. Er was al een wond, er was al onzekerheid, en nu zijn we juist op die pijnlijke plek getroffen. Dan is er nog maar één manier om onszelf te redden: muren opbouwen, niemand meer dichtbij laten komen.
In een gemeente kan die reactie de onderlinge relaties behoorlijk verstoren. Toen en toen is dat gezegd en dat fout gegaan. Hoe kan het dat u de pijn nog voelt nu u dit leest. We moeten die dus niet onderschatten. Maar als die benoemd en erkend is, hoe kan de vestiging dan weer open gaan? Dat vermeldt de Spreukendichter niet, hij beschrijft alleen maar wat hij ziet. In al die eeuwen zijn mensen dus niet veranderd!
Dit is mijn hoop: dat wij ons niet terugtrekken als er iemand op onze tenen staat. Dat we eerst eens kritisch naar die tenen kijken: wat maakt ons zo kwetsbaar. En dan over die tenen onze stoute schoenen aantrekken en die ander vertellen waarom hij ons pijn deed. Alleen dan kunnen wonden ook weer helen. Alleen dan kunnen we samen verder. En dat is wel zo fijn, veel fijner dan ieder in zijn eigen vesting.
AMvdW