Signalen

Vorig jaar ontdekte ik op 16 januari de eerste bloeiende sneeuwklokjes in de tuin. Hoe ik dat zo zeker weet? In de winter loop ik iedere dag even naar buiten om te kijken of er al iets te ontdekken valt. Ongeduldig als ik ben, verlangende naar de lente, kijk ik de sneeuwklokjes gewoon de grond uit… Helpt niets, zult u zeggen. Niet? Wacht maar af!

“Begin februari ontvang ik de eerste vaccinatie” zegt een vriendin met een link naar de gezondheidszorg. Dan al, denk ik bij mijzelf, ik ben vermoedelijk in september aan de beurt, als ik de schema’s goed heb gelezen. Dat is geen ramp, maar wat zou het fijn zijn in de zomer al weer vrij te kunnen gaan en staan waar ik wil.

Ik hoef de grens niet over, maar in de vakantie vrienden zien en gewoon door een stad slenteren en op een terras gaan zitten, dat zou onderhand wel weer eens
aardig zijn. Geduld! Maar hebben we dat nog? We leven in een flitsende maatschappij, waar voortdurend gehold wordt en niets snel genoeg gaat. Het wordt
nog knokken om de inentingen, als we niet uitkijken…

In de bijbel is geduld een vrucht van de Heilige Geest, lees ik in Galaten 5. Eigenlijk best intrigerend dat dit erbij genoemd wordt. Vriendelijkheid, blijdschap, trouw, dat associëren we meer met een christen die zich door de Geest laat leiden. Maar geduld? Is dat niet een kwestie van karakter? De vorige vertaling spreekt niet van geduld maar van ‘lankmoedigheid’. Dat betekent dat je het uit kunt houden in moeilijke omstandigheden. En dat je mensen kunt verdragen die het je moeilijk maken. Mensen in wie de Geest werkt, zijn mensen met een lange adem. Net als onze Schepper zelf, Hij kan zijn ongeduld bewaren in aanloop naar de komst van zijn Rijk! Hij heeft geduld met ons! Het begin is gemaakt, de dood is verslagen, de toekomst al begonnen. Nog even volhouden. De Geest helpt ons daarbij en zucht mee, weet u nog dat die tekst op het Pinksterfeest klonk? Hij helpt ons in onze zwakheid, zegt Paulus en bemoedigt ons: wij zullen delen in Gods luister.

Ik loop de tuin weer in. Zie ik daar iets wits? Nee, nog niet. Maar ik zie een groen sprietje en ik weet dat daaronder de bol zit, en dat het nog een kwestie van dagen is voordat de eerste bloemetjes bloeien. Hoe staat het zo treffend in een lied?

“ In de koude van de winter
groeit de lente ondergronds.
Nog verborgen tot het uitkomt,
God ziet naar de schepping om” (lied 982)

Nog even… dan is het weer voorjaar. Nog even dan is de coronacrisis voorbij. Nog even… dan begroeten we Gods Rijk. Nog even geduld!


PS : het eerste sneeuwklokje bloeide op 13 januari!