Het brood wordt duur, lees ik in de krant. In Oekraïne kan men nu niet zaaien en later dus ook niet oogsten. ‘De graanschuur van Europa’ wordt dat land wel genoemd. Vruchtbare grond zorgt voor een goede opbrengst. Maar nu is het te gevaarlijk om op de akkers aan het werk te gaan. Als die oogst wegvalt, dan heeft dat effect op de handel in voedsel. Niet dat wij dan tarwe tekort komen, maar de bakker krijgt wel te maken met hogere energieprijzen. Andere landen krijgen het zwaarder voor de kiezen, landen die van Oekraïne afhankelijk zijn. Maar ook bij ons zal het brood duurder worden, misschien wel vijftig cent per brood. Je zult maar een groot gezin hebben, of een kleine beurs. Dan telt het wel aan!
In de dagen van Jezus zal brood niet veel gekost hebben. Het graan werd lokaal verbouwd en geoogst en de broden thuis gebakken of door de bakker. Ronde broden, vermoed ik, die je makkelijk kon breken en delen. Schalen vol staan bij de maaltijd op tafel. Lekker met wat vis of vlees. Ook bij het Pascha, die bijzondere maaltijd die herinnert aan de uittocht uit Egypte, speelt brood een rol. Het ziet er alleen anders uit, niet gerezen, maar plat. Een herinnering aan de haast waarmee de Israëlieten indertijd uit de slavernij zijn vertrokken. Jezus neemt zo’n brood in de hand, breekt het en zegt: dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. En nu hangt aan dat goedkope brood ineens een heel ander prijskaartje: zijn leven.
Na de maaltijd zal hij naar de Olijfberg gaan om zijn eenzame strijd te strijden. Dan volgt de overgave en gaat hij op weg naar Golgotha. Daar zal hij gekruisigd worden. In de brief aan de Colossenzen zegt Paulus daarover: door Hem en voor Hem heeft God alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
Iets daarvan ervaren we aan het avondmaal. Dat is een andere maaltijd dan een etentje met vrienden. Vrienden kies je en koester je, gemeenteleden komen op je weg. Samen aan tafel gaan, al dan niet letterlijk, betekent elkaar aanvaarden. Elkaar het brood reiken, betekent de ander geven wat je zelf ontvangen mag: genade. Dat heeft soms ook iets van een offer, want het kost iets om met anderen verbonden te zijn. Bereidheid om elkaar te luisteren bijvoorbeeld, elkaar te helpen, en te verdragen en uiteindelijk lief te hebben.
Blijf dit doen, gaf Jezus zijn leerlingen mee, brood breken en delen om mij te gedenken. Die opdracht hebben ook wij ontvangen. Avondmaal is geen optie, het is het hart van iedere gemeente. Zelf vind ik dat op Witte Donderdag net iets specialer dan op andere momenten. Het is of je dan deel wordt van het verhaal, of je met de twaalf discipelen rond de tafel zit. Ik zie Jezus voor me, ik zie hoe hij het brood deelt en ook mij een stukje reikt. Ontroering is voelbaar. Ik hoor erbij. U hoort erbij en jij. Jezus verbindt mensen die elkaar maar zo kwijt kunnen raken. Mensen die vijanden zouden kunnen worden. Maar door Hem worden we weer één.
Ik weet niet hoeveel een brood kost, tegen die tijd. Misschien wel meer dan ooit. Maar als ik neem en eet denk ik niet aan de productiekosten. Ik denk aan Jezus. Aan zijn liefde. Aan zijn offer. En ik realiseer me: dit is duur brood!
AMvdW